Header afbeelding
Comeniuslaan 14 1412GP Naarden Tel:035-6951807

Terug naar overzicht

informatie over vaccinatie voor kinderen tegen het coronavirus

Aan de ouders van kinderen van 5-11 jaar uit onze praktijk,

Sinds kort hebben ook kinderen en jongeren van 5-11 jaar de mogelijkheid gekregen zich te laten vaccineren tegen het coronavirus.
Om een goede beslissing te kunnen nemen over het wel of niet laten vaccineren van je kind, is het belangrijk om voldoende informatie te hebben. Om zowel de argumenten vóór te kennen als de eventuele argumenten tégen.
Het RIVM geeft aan de mogelijkheid te willen bieden om te vaccineren, maar geeft ook aan dat dit een vrije keuze moet zijn, en dat het niet de bedoeling is dat er druk op de ouders of de kinderen uitgeoefend wordt om te kiezen voor vaccinatie. Toch vinden wij de informatieverstrekking vanuit de de overheid en het RIVM op dit moment te eenzijdig. Vooral de voordelen van vaccineren worden belicht, terwijl de eventuele nadelen en de onzekerheden die er zijn rondom de vaccinatie van kinderen tegen COVID-19 onvoldoende worden benoemd. Wij hopen dat iedereen zijn of haar keuze kan baseren op basis van een persoonlijke afweging, met respect voor de keuze van anderen. Graag willen we je daarom via deze brief extra informeren.
Volgens de gezondheidsraad is het zinvol om kinderen tussen de 5 en 11 jaar een vaccin aan te bieden, omdat het – naar verwachting – de kans op complicaties bij een eventuele COVID-infectie zal verminderen en om het virus makkelijker onder controle te krijgen. Zie hiervoor ook de website van het RIVM: www.rivm.nl.
Het is daarbij wel van belang te weten dat de kans dat kinderen ernstig ziek worden van COVID-19 sowieso al heel erg klein is, ongeveer een paar op de honderdduizend (dit is inclusief de complicatie MIS-C, welke regelmatig in het nieuws komt). Er is in Nederland geen kind overleden aan de gevolgen van COVID. Om een paar ernstig zieke kinderen te voorkomen zullen er dus heel veel vaccinaties gegeven moeten worden.
Daarbij is ook niet duidelijk of voor de huidige Omikron-variant van het virus dezelfde cijfers gelden met betrekking tot risico’s en verwachte bescherming. Dat het huidige vaccin minder goed beschermt tegen Omikron dan tegen de eerdere varianten is wel bekend, en ook dat Omikron in het algemeen minder ziekmakend is. Ook bij kinderen is de kans ernstig ziek te worden nog lager bij deze variant. Ook hebben veel kinderen inmiddels een COVID infectie doorgemaakt en op die manier een natuurlijke immuniteit opgebouwd. De kans dat zij bij een eventuele nieuwe infectie ernstig ziek worden is nog een stuk kleiner dan deze aanvankelijk al was.
Minstens even belangrijk is daarnaast de veiligheid van het vaccin. De gezondheidsraad heeft het vaccin ook voor kinderen als veilig beoordeeld. Er zijn echter, ook in de medische wereld, mensen die vinden dat er nog te veel onzeker is om te kunnen zeggen dat het een veilig vaccin is. Dit heeft te maken met het feit dat er bij deze vaccins sprake is van een volledig nieuwe manier van het opbouwen van afweer (immuniteit) tegen een virus. Bij de bekende vaccins worden delen van het virus zelf, of eiwitten van het virus ingespoten. Bij de COVID-vaccins wordt je eigen lichaam aangezet om zélf eiwitten te maken die lijken op die van het virus, en waartegen je eigen afweercellen dan vervolgens een afweer gaan maken. Dit is nog niet eerder op grote schaal gedaan. Het is dus belangrijk goed te onderzoeken wat de gevolgen op lange termijn zijn voor het lichaam en het eigen afweersysteem. Vanwege de korte duur dat de vaccins bestaan, zijn die nog niet bekend.
Het is mede hierom dat de vaccins die nu gebruikt worden alleen een voorlopige toelating hebben, maar pas in 2023 definitief goedgekeurd zullen worden. Er is dan meer bekend over de werkzaamheid en veiligheid op de langere termijn. Deze voorlopige toelating is gebaseerd op onderzoek bij volwassenen. Bij kinderen is er recent een veel kleiner en nog korter lopend onderzoek gedaan. Weliswaar zijn er inmiddels enkele miljoenen kinderen gevaccineerd, maar dit geeft niet altijd een duidelijk beeld van de kans op bijwerkingen. Ten eerste worden bijwerkingen lang niet altijd gemeld. Daarnaast is het ook niet gemakkelijk het verband van bijwerkingen met de vaccinatie aan te tonen, aangezien het geen onderzoek betreft met een controlegroep.
De verwachting dat het vaccineren van kinderen en jongeren bijdraagt aan het onder controle krijgen van het virus wordt ook niet algemeen gedeeld: ten eerste is de rol die kinderen spelen in de virusoverdracht naar kwetsbare mensen beperkt, ten tweede kan het wellicht op de lange termijn zelfs beter zijn voor de groeps-immuniteit als veel kinderen de ziekte met milde klachten hebben doorgemaakt. Zij ontwikkelen dan een bredere afweer dan enkel op één virus-eiwit zoals bij vaccinatie en kunnen op die manier ook minder vatbaar zijn voor toekomstige mutaties. Tot slot zijn er ook nog enkele virologen die waarschuwen dat het massaal vaccineren tijdens een pandemie zoals dat nu gebeurt, juist bijdraagt aan de verspreiding van die mutaties van het virus die minder gevoelig zijn voor de afweer door vaccinatie. (Vergelijkbaar met de toename van resistente bacteriën bij het hoge antibiotica-gebruik in de samenleving.)
Of het vaccineren van kinderen en jongeren in het belang is van de maatschappij of van de kwetsbare mensen, is dus nog niet duidelijk.
Er is in Nederland een groep artsen die bezorgd is over de keuzes die gemaakt worden in de maatregelen rondom het coronavirus. Deze artsen, verenigd in het artsencollectief, stelt deze op basis van bekend onderzoek ter discussie en pleit voor een open debat hierover. Zij adviseren om je kind niet te laten vaccineren. Indien je meer wil lezen over hun argumenten, kijk dan op www.artsencollectief.nl.
Uiteraard blijft het voor veel mensen een lastige beslissing of ze zichzelf of hun kind wel of niet laten vaccineren. Wij hopen dat iedereen zich vrij voelt daarin zijn of haar eigen keuze te maken. Bij twijfels of vragen kun je als je wil uiteraard ook contact met ons opnemen.

Met hartelijke groet,

Wouter Endel en Renske Bruinsma, huisartsen

Publicatiedatum: 31-01-2022